Borderline
Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis (kortweg BPS of borderline) hebben last van sterke wisselingen in hun stemming, gedachten en gedrag.
Iemand met BPS heeft moeite om zijn emoties te beheersen en heeft vaak het gevoel dat die hem overspoelen. Een kleine tegenslag kan al leiden tot een intense woedeaanval of depressie. Deze onvoorspelbare stemmingswisselingen duren vaak een paar uur en bijna nooit langer dan een paar dagen. Iemand met borderline reageert vaak impulsief en dat kan leiden tot negatieve gevolgen zoals geldverspilling, alcohol- en drugsmisbruik, instabiele (seksuele) contacten of eetbuien. Ook kan het zijn dat iemand met BPS zichzelf snijdt of zich op een andere manier beschadigt.
Mensen met borderline zijn vaak bang om in de steek gelaten te worden en voelen zich snel afgewezen. Zij voelen zich eenzaam en hebben een wisselend beeld van zichzelf. Iemand met BPS weet soms niet meer wie hij nou eigenlijk is, of wat hij voelt.
Bron: Stichting Borderline
Zelfbeschadiging
Zelfbeschadiging is het bewust en onbewust toebrengen van letsel aan het eigen lichaam, zonder de intentie te hebben het leven te willen beëindigen.
De term ‘zelfbeschadiging’ is de vertaling van het Engelse ‘self-harm’ en omvat alle gedragingen die verwondingen/letsel aan de eigen huid of het lichaam toebrengen zonder de intentie te hebben het leven te willen beëindigen. Zoals snijden, branden, krassen, krabben, haren trekken, hoofdbonken, voorwerpen in het lichaam brengen of schadelijke stoffen innemen.
Er zijn een hoop andere termen in omloop, denk aan ‘zelfverwonding’, ‘auto-agressie’ en ‘automutilatie’.
Zelfbeschadiging is een uiting van psychische pijn, boosheid of verdriet. De handeling is op de persoon zelf gericht en niet op anderen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het niet zo dat mensen die zichzelf beschadigen geen pijn voelen. Ze voelen wel degelijk pijn, maar het moment waarop kan verschillen.
Bron: Stichting Zelfbeschadiging
Over Anika
Anika Rooke is ervaringsdeskundige op het gebied van zowel borderline als zelfbeschadiging en deelt haar verhaal via lezingen en haar website. Ze werkt momenteel aan haar autobiografie en wil hiermee het stigma rondom de problematiek waarmee zij kampt doorbreken.
Je wordt meteen voor gek verklaard
‘Als mensen excessief drinken of drugs gebruiken, dan lijkt men dat makkelijker te accepteren. Als iemand zijn eigen lichaam opensnijdt dan wordt diegene vaak voor gek verklaard. Voor iemand die verslaafd is aan drugs is er bijvoorbeeld van alles mogelijk qua hulp. Wanneer je jezelf beschadigt, is dat opeens gek, maar uiteindelijk zit er niet zo veel verschil in hoe je je problemen uit. Het is een verslaving en een overlevingsstrategie. Veel mensen die automutileren hebben helemaal geen doodswens. Ze doen het om te ontladen. Maar dat doet een roker en een alcoholist ook. Uiteindelijk verschillen we niet veel van elkaar.’
Anika Rooke is een 36-jarige vrouw uit Flevoland die zich inzet om het stigma rondom borderline en zelfbeschadiging te doorbreken. Ze schrijft voor de Nieuwsbrief van Stichting Borderline, heeft een website genaamd ‘Over The Borderline’, geeft lezingen en werkt aan haar autobiografie.
Zo actief, en met beide benen in de maatschappij als ze nu is, is ze niet altijd geweest. De laatste jaren van haar middelbare schoolcarrière ging het bergafwaarts met haar mentale gezondheid. Haar gezin was niet bepaald een veilige haven en er was sprake van een aantal traumatische gebeurtenissen. Het waren de jaren ‘90, en over automutilatie sprak men niet. Ze kon het niet googelen en er was niemand in haar omgeving die hetzelfde deed. ‘Ik heb lang gewoon gedacht dat ik knettergek was. Pas bij de crisisdienst legden ze me uit dat wat ik deed automutilatie was.’
Steeds een stapje verder
‘Achteraf gezien heb ik mezelf altijd al beschadigd. Als peuter bonkte ik bijvoorbeeld al met mijn hoofd tegen de grond als ik een woedeaanval had. Later krabde ik mezelf, sloeg en beet ik mezelf; je gaat steeds een stapje verder. Op een gegeven moment heeft de pijn niet meer de uitwerking die het had en wil je meer. Dus op een dag dacht ik: we hebben een gereedschapskist op zolder. Daar jatte ik een stanleymes uit. Ik heb mezelf toen van mijn pols tot aan mijn bovenarm opengehaald.’
Het toekomstbeeld van studeren aan de School voor Journalistiek in Zwolle werd wreed vervangen door een behandeling in kliniek “De Zwaluw”, waar Anika dertien maanden intern zat. Erg makkelijk ging dit overigens niet. Na deelgenomen te hebben aan de Acute Deeltijd Behandeling via de crisisdienst heeft ze uiteindelijk zelf een kliniek aangeschreven. ‘Dat ik dat zelf kon doen, daar kwamen ze vrij laat mee. Als ik dat had geweten had ik het al veel eerder gedaan, want bij de crisisdienst heb ik vooral veel moeten wachten op hulpverlening die niet kwam.’ In de kliniek werd meteen borderline geconstateerd en de interne opname was een feit. ‘Die opname bij “De Zwaluw” heeft mijn leven gered. Ik heb een paar weken daarvoor nog bij het spoor gestaan met de gedachte “als ik mezelf nu voor deze intercity gooi is het klaar”.’
Contract voor goed gedrag
‘In de kliniek was zelfbeschadiging niet toegestaan, dat was een voorwaarde om opgenomen te worden. Dit klinkt gek, maar het komt veel meer voor dan je denkt. Als andere mensen in de kliniek zichzelf beschadigden, triggerde me dat. Dan wilde ik het liefst ook toegeven aan mijn eigen drang en mijn non-contract overtreden. Verder heb ik eigenlijk niet veel last van triggers in de vorm van plaatjes of verhalen of iets dergelijks. De enige keer dat ik wel echt getriggerd werd, was toen ik onlangs het boek “Winnen of leren” van Noa Pothoven las. Dat had uiteindelijk niet zozeer met de onderwerpen uit haar boek te maken, maar meer met het feit dat ik mezelf te veel met haar situatie ging vergelijken.’
Over Noa’s boek:
Noa (17) lijdt aan een posttraumatische stressstoornis, depressies en anorexia. Naar school gaat ze niet meer. Ze is vrijgesteld van de leerplicht. Nog niet zo lang geleden werd ze in kritieke toestand, met ernstig ondergewicht en de dreiging dat vitale organen zouden uitvallen, opgenomen in ziekenhuis Rijnstate in Arnhem. Ze is zelfs in coma gebracht om haar met een sonde kunstmatig te kunnen voeden.
In haar onlangs uitgekomen autobiografie ‘Winnen of Leren’ beschrijft ze haar gevecht met zichzelf en met het leven. Het is een rauwe, onbarmhartige levensschets, doorspekt met zwarte humor en sarcasme, waarin ze zichzelf niet spaart. Noa wil dat haar boek iets teweegbrengt. Want in Nederland bestaat geen instelling waar jonge kinderen als Noa terecht kunnen voor zowel de psychische als fysieke hulp die ze nodig hebben. Verder deed zij onlangs een poging bij de Levenseindekliniek, maar voor euthanasie kwam ze nog niet in aanmerking.
Een voorbeeld van een euthanasieregeling die wel doorging, is die van Aurelia Brouwers. Bij haar was er sprake van psychisch ondragelijk lijden. Ze was 29 jaar oud toen ze in het bijzijn van haar beste vrienden vredig insliep.
De Levenseindekliniek
De Levenseindekliniek geeft euthanasie aan mensen met een euthanasieverzoek dat voldoet aan de wettelijke eisen, maar waar de behandelaar het verzoek niet kan honoreren. Omdat ze niet snel aan hun ziekte overlijden, of omdat hun arts principiële bezwaren heeft tegen euthanasie. De Levenseindekliniek vindt dat iedereen die ondraaglijk en uitzichtloos lijdt euthanasie moet kunnen krijgen. Zoals de wet het toestaat.
In de praktijk gaat het vooral om mensen die ondraaglijk lijden terwijl ze niet op korte termijn zullen overlijden. Ze lijden zowel aan lichamelijke als aan geestelijke aandoeningen.
Niet iedereen die een verzoek tot euthanasie indient bij de Levenseindekliniek krijgt ook daadwerkelijk euthanasie. Van de bijna 2.500 mensen die een verzoek indienden, kregen er 747 daadwerkelijk euthanasie via de Levenseindekliniek. Van de verzoeken die werden ingewilligd ging het in 25% om een stapeling ouderdomsaandoeningen, 24% om uitbehandelde kanker, 10% om dementie en 9% om psychiatrie.
Bron: De Levenseindekliniek
‘Maar heel weinig mensen krijgen goedkeuring tot euthanasie op basis van psychische gronden,’ vertelt Anika. Meestal zijn psychiaters van mening dat er nog wel wat te behandelen valt.’
Heb je zelf overwogen bij ze aan te kloppen?
‘Nee. Ik had, toen ik een doodswens had, die optie ook niet. Als ik nu langdurig suïcidaal zou zijn en zou moeten kiezen tussen ergens op een verregende plek er een eind aan maken of humaan met familie en vrienden om me heen doodgaan, dan zou ik voor het laatste kiezen.’
Frequentie drastisch afgenomen
‘Ik heb mijn zelfbeschadiging nooit volledig los kunnen laten, maar de frequentie is gelukkig wel drastisch afgenomen. Ik beschadig mezelf alleen nog maar als de spanning of mijn zelfhaat echt te hoog oploopt. Dan botvier ik mijn frustraties en mijn woede op mezelf. Ik weet niet of dat ooit anders zal worden. Natuurlijk zet ik daar op in, maar zelfbeschadiging is al zo lang een onderdeel van mij en dat maakt dat ik er een soort van chronisch aan vast zit.’
Onbegrip van artsen
‘Ik herinner me nog een afspraak met een wat oudere dermatoloog in het ziekenhuis om twee moedervlekken te laten verwijderen. Ik was toen net uit de kliniek weg. Tijdens deze kleine ingreep werd ik gevraagd mijn bovenkleding uit te doen, op mijn beha na. Zodra de arts mijn rechterarm zag, schudde hij met zijn hoofd: “Wat moet dit nou weer voorstellen?” Ik kromp ineen. De afkeuring was van zijn gezicht af te lezen.’
Toen het nodig was, zijn Anika haar zelf toegebrachte wonden op de eerste hulp (verdoofd) gehecht. Maar dat geldt helaas lang niet voor alle slachtoffers:
Meld misstanden op eerste hulp na zelfbeschadiging
1 maart 2017 – Vandaag is het Self-Injury Awareness Day (SIAD), een dag waarop wereldwijd aandacht wordt gevraagd voor zelfbeschadiging. Jaarlijks komen in Nederland rond de 15.000 mensen die zichzelf beschadigen terecht op de spoedeisende hulp van een ziekenhuis.
Een aantal van hen geeft aan dat zij minder adequate hulp krijgen “omdat ze het zichzelf hebben aangedaan”. Stichting Zelfbeschadiging en MIND schrikken hiervan en trekken aan de bel. Ze roepen mensen op misstanden te melden bij het Nationaal Zorgnummer.
‘Voor mensen die er geen ervaring hebben met zelfbeschadiging is het moeilijk te begrijpen dat je het jezelf überhaupt aandoet. Kijk, jezelf beschadigen is een intiem iets want je snijdt je lichaam letterlijk open. Om dat te kunnen moet er zoveel pijn en trauma zijn dat het je niet meer uitmaakt of je huid nog gaaf is. Voor mensen die nooit een depressie of iets dergelijks hebben gehad, is dat lastig te begrijpen. Als je nooit zo diep hebt gezeten snap ik wel dat je denkt “spoort die persoon wel?”. En degene die zichzelf snijdt, snapt natuurlijk zelf ook wel dat het geen gezond gedrag is.’
Achttien jaar therapie
‘Ik heb allerlei soorten therapie gehad. Na de Acute Deeltijd Behandeling ben ik dus opgenomen in een kliniek voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis in Amersfoort: “De Zwaluw”. Na die behandeling van dertien maanden heb ik nog zes maanden deeltijd therapie gehad. Dit was twee dagen per week. Daarna heb ik nog allerlei soorten therapie gehad: ambulant, dag, groeps, systeem; jarenlang. Mijn zelfbeschadiging is altijd op en neer gegaan. In de kliniek mocht het dus niet en daar heb ik me heel erg aan proberen te houden. Het is daar dan ook maar twee keer mis gegaan.’
‘Ik dacht: ik ga tijdens mijn opname keihard werken en daarna zijn al mijn problemen opgelost’
‘Dat bleek niet zo te werken. Het is een bijzondere wereld, de psychiatrie. Als je daar bijna je hele leven in hebt gezeten is het terugkeren in deze maatschappij best wel zwaar. Je baas heeft er geen begrip voor als je niet kan werken omdat je jezelf hebt opengesneden. Dus aan een baan komen (en daar blijven) is lastig. Daar bovenop had ik geen vangnet toen ik klaar was met mijn deeltijdtherapie. Door een communicatiefout met de GGZ heb ik me zes maanden zelf moeten redden zonder begeleiding. Ik had geen werk en geen inkomen. Mijn oude gedrag keerde terug. Thuis ging het niet goed. Mijn zusje had inmiddels een eetstoornis ontwikkeld als reactie op alles wat er met mij gaande was. Mijn ouders waren zo met mij bezig dat ze niet zagen dat mijn zusje het ook heel zwaar had met mijn stoornis en de hoeveelheid aandacht die ik kreeg.
Mijn moeder is vervolgens een paar jaar later gediagnostiseerd met een zeer progressieve vorm van MS. De laatste ruim vier jaar van haar leven bracht ze als kasplantje door in een verpleeghuis. Toen mijn moeder daar zat, had ik inmiddels weer een therapeute met wie ik eens in de week een gesprek had. Ik voelde niet echt een klik tussen ons. Er was zoveel om me zorgen om te maken, buiten mijn eigen problemen om, dat zelfbeschadiging weer als vanzelfsprekend een grote rol speelde in mijn leven. Een maand voordat mijn moeder overleed had ik een omslagpunt. Ik kreeg een nieuwe psychotherapeute op de nieuwe deeltijdtherapie die ik volgde. Met haar klikte het vanaf dag één. Met haar kon ik echt alles bespreken en het ging langzaam maar zeker wat beter. Na de deeltijdtherapie ben ik nog vier jaar op ambulante basis met haar verder gegaan. Dat heeft me zoveel gebracht.’
‘Ik heb lang vrijwilligerswerk gedaan bij de plaatselijke krant en een peuterspeelzaal, nu maak ik de Nieuwsbrief van Stichting Borderline, schrijf ik blogs op mijn website en werk ik aan mijn boek. Het is voor mij belangrijk dat ik koste wat het kost bezig blijf. Ik heb de neiging om in bed te gaan liggen als ik moe ben of als het niet goed met me gaat. Je ligt al snel dagen in bed en als je jezelf dan ook slecht verzorgt en niet eet, dan gaat het heel hard. Dan lig je zo weer in die bodemloze put. Sinds drie jaar heb ik een keer in de maand onderhoudsgesprekken met de psychologe verbonden aan de praktijk van de huisarts.’
‘Ik ben niet volledig klachtenvrij maar ik kan weer leven. Ik hoef niet meer te overleven.’
‘Het zijn zware jaren geweest. Dat maakt ook wel dat je heel intensief de mooie momenten beleeft. Ik heb geen spijt van mijn leven zoals het gelopen is. Ik vertel mijn verhaal niet omdat ik wil choqueren. Ik heb de daadkracht gehad om hieruit te komen en om aan mezelf te werken. Dát is belangrijk. Ik raak mensen, merk ik. En met alles wat ik schrijf, werk ik eraan het stigma dat rondom borderline en zelfbeschadiging hangt te doorbreken.’
Suzanne van Hout
Klik hier voor het volledige interview op ReadyMag.
Geef een reactie