Noa Pothoven is zondag overleden. Het 17-jarige meisje uit Arnhem leed jarenlang aan een posttraumatische-stressstoornis, depressies en anorexia. Na talloze psychiatrische behandelingen, (ziekenhuis)opnames en zelfmoordpogingen nam Noa onlangs het definitieve besluit om te stoppen met eten en drinken. Op Instagram kwam haar allerlaatste post keihard bij me binnen: ‘Na jaren strijden en vechten is het op. Ik adem nog wel, maar ik leef niet meer. Ga me niet overtuigen dat dit niet goed is, dit is mijn besluit. Liefde is loslaten, in dit geval wel…’

Ik lees haar laatste berichtje een paar dagen later nog eens, evenals de steunbetuigingen die zich als een olievlek over Instagram verspreiden. Noa was geliefd en had duizenden volgers. Met haar boek “Winnen of leren”, dat eind vorig jaar uitkwam, vertelde ze haar schrijnende levensverhaal. Het leidde tot kritische vragen in de Tweede Kamer met betrekking tot het beleid van jeugdzorg. Bovendien won Noa dit voorjaar nog diverse prijzen met haar veelgeprezen autobiografie. En nu is ze er niet meer.

Ik staar naar het beeldscherm van mijn laptop. Dit nieuws is niet goed te bevatten. Ik verlaat Instagram, klik op het bestand “Overleven” en Word laadt mijn manuscript. Mijn boek in de maak vertoont ook een aantal overeenkomsten met Noa’s verhaal. Toch is er een groot verschil: Ik ben inmiddels 36 en leef nog. Door jarenlange therapie is mijn doodswens verdwenen. Af en toe ervaar ik nog wel degelijk die intense zwaarte en dan is het alle zeilen bijzetten. Gelukkig weet ik dat deze periodes van tijdelijke aard zijn. Maar wat als ik me 24/7 zo zou moeten voelen en er geen uitzicht op beterschap is? Dan begrijp ik heel goed waarom Noa haar keuze heeft gemaakt, hoe heftig en verdrietig die ook is.

Het kost me moeite om me te concentreren op mijn werk, want ik heb ook op zo’n keerpunt gestaan toen ik 18 was. Ik had net de diagnose borderline gekregen, beschadigde mezelf aan de lopende band, leed aan depressies en had extreme woedeaanvallen. Bovendien kon ik totaal niet met mijn stemmingswisselingen omgaan. Steeds vaker dacht ik dat de dood de beste oplossing was, want ik was moegestreden. Ik kon niet meer, wilde niet meer en zag geen toekomst meer. Via de crisisdienst van de GGZ werd er na lang aandringen van mijn ouders een reddingsboei gegooid en die greep ik met beide handen. Ik werd opgenomen in een kliniek voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis en daar begon mijn lange reis naar een prettiger leven. Zelfdoding stond niet langer boven aan mijn lijstje. Ik merkte dat ik door in therapie keihard met mezelf aan de slag te gaan verandering en verbetering mogelijk waren.

Toevallig of niet, maar ik heb de afgelopen tijd mijn verblijf in de kliniek voor mijn boek helemaal uitgewerkt – met nachtmerries, herbelevingen en slecht slapen als gevolg. Ik heb behoorlijk onderschat wat deze dertien maanden intern, ook al zijn we ondertussen alweer 18 jaar verder, vandaag de dag nog met me doet. Ik merkte namelijk dat ik stagneerde in mijn schrijfproces, opkeek tegen mijn schrijfdagen en minder goed in mijn vel zat. Het heeft me aardig wat moed gekost om toch verder te gaan en mijn opname uit te werken, inclusief alle (oude) gevoelens die het opriep.

Ik klap mijn laptop dicht, schrijven zit er echt niet in. Ik kijk naar de wolken die langzaam voorbij glijden. Zou Noa nu op een betere plek zijn? Heeft ze de rust gevonden waar ze zo naar verlangde? Ik hoop het, want dan is haar dood niet voor niks geweest.

Morgen ga ik weer verder met mijn manuscript, mijn verhaal komt er wel. Vandaag neem ik de tijd om afscheid te nemen van Noa; een meisje dat ik nooit persoonlijk gekend heb, maar dat me wel heeft weten te raken.