De maanden voorafgaand aan mijn opname in een kliniek slikte ik veel medicijnen. Naast antidepressiva nam ik ook veelvuldig de voorgeschreven slaappillen en kalmeringspillen in. Ondanks de nare bijwerkingen, zorgde de medicatie er voor dat ik in mijn hoofd iets rustiger werd en minder vaak ontplofte. Deze ‘ontploffingen’, die steeds heftiger werden, waren voor mijn familie en later ook voor school een ramp. Ik raakte mezelf totaal kwijt, ontstak in blinde woede en reageerde alle pijn en frustratie op mezelf en mijn omgeving af. Daarna wilde ik uit schuldgevoel het liefst van de trap springen en nooit meer wakker worden.
Omdat de huisarts en de crisisdienst wel doorhadden dat het niet beter met me ging, schreven ze sterkere kalmeringstabletten voor in de hoop iedereen een bepaalde vorm van verlichting te geven. Het waren kleine, blauwe pilletjes, die in een plastic potje zaten. Ik kon ze ophalen bij de apotheek en een paar dagen later probeerde ik ze voor het eerst uit, omdat ik een dramatische ochtend had.
Ik nam er, zoals voorgeschreven, eentje en wachtte af. Er gebeurde niks. Ik werd steeds geïrriteerder en probeerde uit alle macht een zoveelste woedeaanval te voorkomen. Na twintig minuten pakte ik nog een tablet en verliet het huis. Ik fietste naar school en voelde dat er iets gaande was in mijn lichaam. Mooi! dacht ik. Het begint te werken.
Ik liep het schoolgebouw binnen, terwijl de lessen al in volle gang bezig waren. Hoe meer stappen ik zette, hoe moeizamer het ging. Ik begon te zweten en de ruimte leek te bewegen. Op mijn laatste krachten strompelde ik naar het lokaal van mijn leraar Duits, die volledig van mijn situatie afwist en met wie ik veel gesprekken voerde. Terwijl de bel ging en iedereen naar de aula verdween, kwam ik zijn lokaal binnen zetten. Hij zag meteen dat het niet goed zat en nam me mee naar de leerlingenbegeleider. Die belde meteen de huisarts om te vragen wat ik geslikt had. Daarna werd mijn moeder gebeld om me te komen ophalen.
Hoe ik thuis ben gekomen, weet ik niet. Het eerstvolgende moment dat ik me kan herinneren is dat ik in mijn hoogslaper ben geklommen en er niet meer uit ben gekomen. Ik voelde me zwaar verdoofd. Eten lukte niet, lopen evenmin. Een ander gek verschijnsel was dat mijn kaak erg gespannen aanvoelde. Die nacht bleef ik onrustig en naar het plafond staren, terwijl ik het idee had dat de kamer op en neer bewoog. Vroeg in de ochtend viel ik pas in slaap.
Mama was voor mij thuisgebleven en keek me vreemd aan toen ik aan het einde van de ochtend beneden kwam. Ik had een grijns van oor tot oor en die wilde niet van mijn gezicht af. Ik at een beschuitje en spuugde vervolgens alles weer uit. Dit alles met diezelfde grijns.
In de vroege middag stond een afspraak met mijn ouders, zusje en mij met de crisisdienst gepland. Terwijl het gesprek startte, zakte ik weer weg. Ik voelde koud aan, had het zweet op mijn voorhoofd staan en trilde erg. Ik probeerde me te beheersen, maar dat lukte niet. Mijn kaak knakte en nu leek ik op een blubvis. Ik zag lijkbleek en kreeg witte lippen. Op een gegeven moment kon ik mijn nek niet meer rechthouden en gaf weer over. Vervolgens zakte ik in elkaar en werd het zwart voor mijn ogen.
Ergens in de verte hoorde ik mijn ouders en zusje in paniek roepen om een dokter. Ze waren totaal van slag. Er schijnt heel wat commotie te zijn geweest in het gebouw, maar dat kwam niet bij me binnen. Op het moment dat een arts een spuit met vloeistof in mijn onderarm stak, ging er een zalig gevoel door mijn lichaam. Toen ik bijkwam, stond er ambulancepersoneel voor mijn neus, die mijn vitale functies controleerden. Gelukkig was alles weer in orde. De prik met antistoffen had wonderen gedaan.
Inmiddels was duidelijk geworden dat de apotheek mij per ongeluk de verkeerde medicijnen had meegegeven. In plaats van kalmeringstabletten had ik pillen gekregen die epileptische aanvallen moesten bestrijden! Wat een grove fout! Ik ben er goed vanaf gekomen, maar heb nog jaren last gehad van een pijnlijke kaak.
Deze column paste niet goed genoeg bij de 8-delige columnserie voor het tijdschrift Mijn Geheim uit 2012.
Geef een reactie