10 maart 2011 – 10 maart 2014
‘Doe wat je altijd deed
Toen ik er nog was
Leef elke dag voluit
En met heel je hart
En je vindt mij
En je voelt mij
Ik ben dicht bij je
Mis mij
Het is oke
Want ik mis jou net zo
Huil als je huilen moet
Laat je tranen maar vrij
Maar als je weer lachen kan
Hou je niet in voor mij
Want ik voel jou
Ik beleef alles met jou
Ik ben dicht bij je
Waak over jou
En als je me zoekt ben ik er altijd…’
(Marco Borsato – ‘Doe Wat Je Altijd Deed’)
Lieve mama,
Seizoenen volgen elkaar op. Dagen gaan voorbij. Soms in razend tempo, soms tergend langzaam, maar altijd is de pijn van het gemis aanwezig. Op bepaalde momenten is die ondraaglijk, op andere momenten kan ik er tegenwicht aan bieden. Maar je zit altijd in mijn hoofd. Ze zeggen weleens dat de tijd alle wonden heelt. Inmiddels zijn we precies drie jaar verder en het wordt allesbehalve makkelijker. Ik vraag me af of het ooit anders zal worden. Een ding blijft in ieder geval voor altijd als een paal boven water staan; jouw dood kwam veel te vroeg.
De mijlpalen zonder jou stapelen zich ondertussen op. Ik geniet van deze mooie momenten, maar dat valt niet mee. Jij had er nog gewoon moeten zijn. Af en toe mis ik je zo verschrikkelijk dat ik boos ben op de hele wereld. Jouw ziekbed schiet dan in flarden door mijn hoofd en verlamt me. Op 10 maart 2011 is er ook een stukje van mij doodgegaan. Langzaam omarm ik het leven echter weer en realiseer ik me dat ik er het beste van moet maken met de mensen die me lief zijn. Jij zou het niet anders gewild hebben. In therapie maak ik de weg vrij voor een gelukkiger leven, want er is nog zoveel moois. Heb jij jouw ouders al teruggevonden?
Als de lucht stralend blauw is en de zon schijnt, mis ik je het meest. Dan denk ik aan onze fijne momenten samen en de hechte band die we hadden. Hoe zou dat nu zijn? Ik weet dat je erg leed onder mijn depressies en destructieve gedrag en dat ontaarde regelmatig in knallende ruzies, maar je keerde me niet de rug toe. Je bleef trots op me en op jouw manier trachtte je me te helpen. Mam, ik weet dat ik niet makkelijk was en het spijt me dat je nooit hebt kunnen zien hoe ik me ontwikkeld heb. Ik ben nu 31 en heb het nog vaak moeilijk, maar er brandt licht aan het einde van de tunnel. Dat geeft hoop.
Faye (3,5) wordt met de dag wijzer en begint steeds meer vragen over jou te stellen. Alleen al het horen van jouw voornaam bezorgt me kippenvel. Dan springen de tranen in mijn ogen en kost het me moeite om niet in huilen uit te barsten. Faye wil je zo graag zien en knuffelen. Als we bloemen neerleggen op de plek waar we jouw as verstrooid hebben, vraagt ze zich af waarom je niet tevoorschijn komt en of ze anders dan naar jou toe kan. Een prachtige, fonkelende ster aan de hemel krijgt een dikke handkus, want dat ben jij. Lien en ik blijven over je vertellen en zo ben je toch nog een beetje bij ons, maar wat hadden we het graag anders gezien.
Over een kleine maand is jouw andere kleinkind jarig. Xavi wordt dan één jaar. Het is een heerlijke, vrolijke baby en een echte knuffelkont. Hoe zou je dat gevonden hebben, een jongetje erbij? Ik denk dat je op slag verliefd op hem zou zijn geworden. Hij tijgert door het hele huis met dat aandoenlijke koppie van hem, ontdekt elke dag iets nieuws en is stapelgek op zijn grote zus Faye. Samen zijn ze een bron van geluk en levensvreugde. Helaas heb je nooit echt geweten dat je oma bent geworden. Hoe zou jij met ze zijn? En zou je ook zo van ze genieten als dat papa doet?
Mam, op jouw verjaardag eind november komt er een hommage uit in het tijdschrift Mijn Geheim ter nagedachtenis aan jou. Dan is het precies drie jaar geleden dat we jouw as verstrooid hebben. Het is mijn verhaal over jou, onze tijd samen, jouw ziekte en het leven zonder jou. Een document om te koesteren. Een document dat jouw kleinkinderen op een dag zullen lezen als ze oud en wijs genoeg zijn. Een document opdat je nooit vergeten wordt.
Lieve mama, ik hou van je. Hopelijk tot ooit.
Heel veel liefs,
Je oudste dochter
Geef een reactie