Het is een stralende herfstdag als mijn zusje en ik met de auto naar het Leuvenumse bos in Harderwijk rijden. Deze middag gaan we op zoek naar een geschikte plek om de as van onze overleden moeder te verstrooien. Mama overleed in maart na een lang ziektebed en we hebben heel erg bewust de keuze gemaakt om haar te laten cremeren. Het idee dat zij nu eindelijk vrij zou zijn, gaf ons een goed gevoel. Omdat mijn zusje en ik geen urn in huis wilden hebben, besloten we de as te zullen verstrooien in het bijzijn van onze naaste familie.

Verschillende ideeรซn passeerden de revue, totdat we van het uitvaartcentrum een folder meekregen over een ballonverstrooiing. Deze vorm van uitstrooien is vrij nieuw. Op bijna elke gewenste locatie kun je een ballon met as en heliumgas op laten, waarna je in alle rust de ballon kunt blijven volgen. Op een hoogte van 20 tot 25 kilometer wordt de druk op de ballon zo groot dat hij knapt, de as verstrooiend over de vier windstreken. Deze vorm van asverstrooiing vonden we erg toepasselijk, dus de keuze was snel gemaakt.

Mijn moeder wandelde vroeger graag met ons door het Leuvenumse bos. Een schitterende omgeving waar we ons als kinderen helemaal konden uitleven. Rennen door het mulle zand, klimmen in de ontelbare bomen en dieren spotten als je heel stil was. In een bepaald gedeelte van het bos is een mooie open plek, omringd door heide. Daar zaten we vaak even op adem te komen. Deze plek leek ons uitermate geschikt voor de ballonverstrooiing.

Het voelde gek om weer terug te zijn. De gevallen bladeren kraakten onder onze voeten en we snoven de heerlijke boslucht op. We liepen via een smal paadje naar de open plek en keken elkaar aan. Ja, deze locatie was perfect voor het laatste afscheid. Het leek alsof de tijd had stil gestaan, want alles zag er nog net zo uit als in mijn gedachten. Mijn zusje en ik besloten iets te gaan drinken en namen plaats op een naastgelegen houten bankje. Samen haalden we herinneringen op aan onze moeder, voordat we terugliepen naar de parkeerplaats.

Onderweg naar huis ging mijn mobieltje af. Ik herkende het nummer niet, nam op en noemde mijn naam. โ€˜Ja, met Breemansโ€™, klonk het aan de andere kant van de lijn. Breemans? Ik had geen idee wie dat was. Door het geruis kon ik hem moeilijk verstaan en vroeg wel vijf keer met wie ik sprak. Hij bleef op zijn beurt maar vragen of ik toevallig vandaag in het Leuvenumse bos was geweest. Moest ik hierop antwoorden? Wat wilde hij van me? Hoe kwam hij aan mijn nummer? Haalde iemand een grapje met me uit?

Uiteindelijk besloot ik een eind aan dit bizarre gesprek te maken: โ€˜Ik ga nu ophangen, want we komen er niet uit!โ€™ Meneer Breemans riep echter: โ€˜Dat zou ik niet doen, want ik heb je tas hier.โ€™ Mijn tas? Joh, die ligt gewoon op de achterbank. Ik keek snel, maar hij lag er niet. Mijn hartslag versnelde. โ€˜U hebt mijn tas?โ€™ piepte ik. โ€˜Dat klopt. Ben je nog in de buurt?โ€™

Ik kon wel door de grond zakken. Deze aardige man had mijn tas gevonden en ik had bijna opgehangen. Mijn tas zat bovendien vol met allerlei waardevolle spullen. Meneer Breemans vertelde dat hij in mijn agenda had gekeken en vervolgens het genoteerde 06-nummer had gebeld. Ik bood wel tien keer mijn welgemeende excuses aan. Vervolgens beloofde ik zo snel mogelijk naar het Leuvenumse bos terug te komen. Mijn zusje keerde de auto bij de eerste de beste mogelijkheid en sneller dan toegestaan, kwam het bos weer in zicht. We zaten te grinniken om mijn domme actie. โ€˜Ik zei toch dat je die tas in de auto had moeten laten?โ€™ lachte ze. โ€˜Nu was je bijna alles kwijt geraakt.โ€™

We parkeerden de auto en liepen naar de man, die samen met zijn vrouw, dochter, kleinzoon en twee aangelijnde hondjes netjes op ons stond te wachten. Hij overhandigde mijn tas en ik bedankte hem hartelijk. Erg opgelucht reden we naar huis toe. Door deze gebeurtenis was de middag gelukkig minder beladen dan gedacht!