25 november 1957 – 25 november 2017
‘Ik druk je dicht tegen me aan
Mijn wang en mijn handen op jouw gezicht
Ik zie je hier zo voor me staan
Ook al is het misschien met mijn ogen dicht
Ik voel je nog steeds elke dag om me heen
Al weet ik dat dat niet zo is
Zo groot het gevoel, zo groot het gemis
Jouw herinnering reist door de tijd
Door de ontelbare getallen tussen nul en één
Als een kleine oneindigheid
Die ik draag als een mantel van jou om me heen
Want al voelen de dagen vaak leeg zonder jou
Zijn de nachten veel kouder alleen
Het beeld van jou naast me sleept me er steeds weer doorheen…’
(Marco Borsato – ‘Kleine Oneindigheid’)
Lieve mama,
Er hadden slingers moeten hangen. En heel veel ballonnen. Met zestig kaarsjes op de taart zou je het stralende middelpunt zijn. De kleinkinderen zouden je verwennen met kusjes en zelfgemaakte tekeningen en de felicitatieberichtjes zouden elkaar in razend tempo opvolgen. Naast het geven van de cadeautjes zouden we met elkaar proosten op een nieuw jaar in goede gezondheid. Het had zo mooi kunnen zijn…
Maar dat is het niet. Al heel wat jaren niet en dat blijft pijn doen. Ze zeggen dat de tijd de wonden heelt, maar meer dan een dun korstje kan ik het niet noemen. En dat korstje springt nog regelmatig open. Soms bij het horen van een bepaald liedje, het lezen van jouw handgeschreven briefjes die ik tijdens het opruimen tegenkom of gewoon – heel simpel – bij het zien van jouw foto. Het feit dat ik je nooit meer kan aanraken, je warmte kan voelen en met je kan praten is lastig te verteren. Gelukkig heb ik kostbare herinneringen aan jou en ben je in mijn dromen toch nog een beetje bij me; je voorziet me van wijze raad als dat nodig is en troost me als ik verdrietig ben. Misschien uit het oog, maar voor altijd in mijn hart.
Zestig jaar, mam, zou je vandaag zijn geworden als het noodlot niet had toegeslagen. Dat zouden we met elkaar gevierd hebben inclusief de slingers, ballonnen, taart en kleinkinderen. Nu jij er niet meer bent, valt er echter op 25 november weinig meer te vieren. In plaats daarvan gaan we met de hele familie in jouw lievelingsrestaurant eten en herdenken we de fijne tijd met jou. Natuurlijk was er ook weleens ruzie en onenigheid, we hebben best zware tijden gekend, maar over het algemeen was onze band sterk en hielden we zielsveel van elkaar. Dat laatste doe ik nog steeds; jij bent immers onvervangbaar. Alleen jij draagt de titel ‘mama’.
Ondanks het verschrikkelijke gemis ben ik wel doorgegaan met mijn leven. Dat heeft even geduurd, maar depressief in mijn bed blijven liggen zou jou ook niet terugbrengen. Bovendien zou je er fel op tegen zijn geweest. En dus ben ik gaan knokken, heb ik keihard in therapie aan mezelf gewerkt en mag het resultaat er zijn. Daarnaast ben je nog vaak onderwerp van gesprek, hoor. Zo liggen Lien en ik nog regelmatig in een deuk als we aan bepaalde gebeurtenissen van vroeger terugdenken. Met veel plezier delen we die verhalen met Faye en Xavi, waardoor ze hun oma op deze manier ook steeds iets beter leren kennen.
En dan is daar nog de baby die begin volgend jaar haar opwachting maakt. Ja, mam, je word voor de derde keer oma! Hoe mooi is dat? Ik zie je nu al trots boven het wiegje staan of met het kleine wonder in je armen rondlopen; teder, liefkozend en als een schild tegen al het kwaad in de wereld. Het is ons niet gegeven, maar in gedachten ben jij er gewoon bij.
Lieve mama, weet dat jij niet vergeten wordt. Er zijn nog zoveel mensen bij wie je een plekje in hun hart hebt, dat doet ons ook erg goed. Met elkaar houden we je levend. Onuitwisbaar. Stralend. En voor altijd.
Ik hou van je!
Veel liefs,
Anika
Geef een reactie