Onvoorwaardelijk
Een waanzinnige tinteling trekt door elke vezel in mijn lijf en ik voel hoe mijn ogen omhoog schieten in hun kassen. Mijn organen lijken door de zwaartekracht naar beneden getrokken te worden, slechts bijeengehouden door mijn ribben. Mijn hartslag moet ongekend hoog zijn, terwijl de grond steeds dichterbij komt. Nog even en ik zal in duizenden gelukzalige stukjes uiteenspatten.
De zinderende vaart waarmee ik jou tegemoet kom, is sensationeel en huiveringwekkend tegelijk. Mijn hoofd wordt steeds leger; alle ballast en schuld zal door de zuigende wind de wereld ingeslingerd worden, zonder dat ik daar ooit nog weet van zal hebben. Ik ben vogelvrij en klaar om te sterven.
Ik heb het geprobeerd. Echt waar. Ik heb mijn best gedaan om mijn leven weer op te pakken, maar zonder jou heeft alles zijn glans verloren. Ik had geen reden meer om op te staan en hoopte dat ik spontaan dood zou gaan. Een depressie noemde de psychiater het, betere tijden zouden echt wel weer volgen. Daar twijfelde ik ernstig aan. Het was per slot van rekening mijn fout dat je er niet meer bent en dat schuldgevoel hing als een kwellende, loden last op mijn schouders. Ik kon niet meer naar mezelf in de spiegel kijken zonder vreselijk te walgen van de persoon die ik dan zag.
Ik slaak een allerlaatste zucht van opluchting als ik me besef dat het einde nu echt aanstaande is. Dit is hét moment. De wereld zal volledig rood kleuren en iedereen zal begrijpen dat deze daad uit pure, onvoorwaardelijke liefde is voortgekomen. Mijn hart bonst opgewonden in mijn keel en ik spreid mijn beide armen. Net voordat ik ter pletter sla, hoor ik zwaailichten en schreeuwende mensen. Dan wordt het zwart voor mijn ogen.
In een steriele, witte omgeving ontwaak ik. Ik ga op zoek naar jou. Even later denk ik je te zien en ik roep je. Jouw beeld wordt echter steeds vager. Ik probeer me krampachtig aan je vast te houden, maar ik blijf alleen achter.
“Mevrouw Hendriks?”, boort een stem zich dwars door mijn hallucinatie heen, “wat mist u nou het meest van uw hamster?”
Ik zit in een groep met zes andere mensen, waarvan er eentje me over zijn leesbril met een peinzende blik aankijkt. Waar ben ik?
“Zijn zwarte kraaloogjes en zijn zachte vachtje!” antwoord ik overtuigd.
- Mijn inzending betreft een verbeterde versie van het eerder geschreven verhaal Levenslang.
- Ik ben (helaas) niet de winnaar van de schrijfwedstrijd geworden, maar heb hele mooie feedback op mijn verhaal gekregen: Eén van de juryleden vond mijn verhaal geweldig. De andere twee goed (en heftig), maar niet de winnaar.
- Alle inzendingen zijn in een verhalenbundel opgenomen en dat is, wat mij betreft, ook een prachtige prijs!
- Wil je meer inzendingen van de schrijfwedstrijd lezen? Klik dan hier.
Geef een reactie